Onze oproep aan politiek Nederland

15 oktober 2025

Ernst Suur

230228_WCH_LB_Tripoli_SHIELD_NL_0022028-02-28 00_00
De verkiezingen staan voor de deur. Politieke partijen debatteren over migratie, koopkracht en veiligheid. Maar over één groep blijft het stil: miljoenen kinderen die dagelijks leven met de gevolgen van oorlog en conflict.

Wie kijkt er naar hen om?

Er zijn nu 473 miljoen kinderen die opgroeien in oorlog en conflict. Een onvoorstelbaar aantal. 19 miljoen klaslokalen vol. Of 26 keer de Nederlandse bevolking. Achter elk cijfer schuilt een kind: zonder school, met nachtmerries, op de vlucht of zonder ouders. Hun rechten verdwijnen steeds verder uit beeld. Concreet betekent dit: minder onderwijs, minder veilige plekken, minder mentale steun.

Wie komt er nog op voor kinderen in de politiek? Hun rechten tellen steeds minder mee, terwijl zij juist het hardst geraakt worden. Met strengere asielwetten, geopolitieke deals en steeds minder ruimte voor maatschappelijke organisaties komt de bescherming van kinderen verder onder druk te staan. 

Kinderen worden zo dubbel getroffen: eerst door het geweld, daarna door politieke keuzes die hun kans op herstel wegnemen. Terwijl juist een veilige plek het verschil kan maken tussen wanhoop en hoop.

Juist nu is mentale steun van levensbelang. In onder andere Gaza, Soedan en Oekraïne zien we kinderen die hun huis, vrienden en toekomst zijn kwijtgeraakt. Mentale gezondheidszorg is één van de minst gefinancierde vormen van hulp. Nederland kan en moet daarin verschil maken. Door middelen vrij te maken voor geestelijke gezondheidszorg in noodsituaties en die steun structureel verankeren in beleid. Daarvoor zoeken we politieke leiders met moed, ruggengraat en een hart voor kinderen.

Onze oproep aan politiek Nederland:

  • Handel in het belang van kinderen
  • Investeer in onderwijs, bescherming en mentale gezondheid in crisissituaties
  • Kom internationale verplichtingen voor kinderrechten na
  • En laat kinderen nooit de prijs betalen voor politieke keuzes

Want kinderen horen niet thuis in oorlog. Nooit!

Ernst